Wat heb je nodig?

• Voorstrijk: Dit gebruik je op zuigende en poreuze steenachtige ondergronden als beton, metsel- en pleisterwerk, plaatmateriaal, e.d.. Geschikt als grondlaag onder
  muurverven en overige acrylaatdispersie muurverven.
• Muurverf
• Tape, folie en papier om af te plakken
• Verfroller en kwast
• Schuurpapier of schuurblok
• Water en ontvetter

DE VLOER AFPLAKKEN
Plak de vloer zorgvuldig af. Gebruik aan de randen stevige tape. Plak ook kozijnen af met afplaktape.

DE STROOM UITSCHAKELEN
Schakel de stroom uit en controleer met de spanningzoeker of de stroom inderdaad uitgeschakeld is. Is dit het geval? Verwijder dan de afdekplaatjes van de schakelaars en stopcontacten.

DE MUUR ONTVETTEN
Ontvet de muur. Dit doe je met een doek die je onderdompelt in water gemengd met ontvetter. Verwijder eventueel oude loszittende stuc met een verfkrabber. Krab ook de scheuren uit.

ALLE SCHEUREN EN GATEN IN DE MUUR DICHTEN
Dicht alle scheuren en gaten netjes voor je gaat verven. Gebruik hiervoor een breed en een smal plamuurmes, zodat je snel te werk kunt gaan. Op het brede plamuurmes breng je een voorraadje vuller aan, het smalle plamuurmes gebruik je voor het plamuurwerk. Afhankelijk van de diepte van de gaten en scheuren kies je een geschikte muurvuller. Je gebruikt muurvuller voor gaten van ongeveer 1 cm, grote gatenvuller voor gaten dieper dan 1 cm en nadenvuller voor alleen de kleine haarscheuren in de gestucte muur.

DE MUUR SCHUREN
Wikkel een stuk schuurpapier om een schuurblok en schuur de muur op de oneffen plekken, zodat deze mooi egaal aanvoelt. Verwijder tot slot het stof met een borstel en een vochtige doek. Je muur met stucwerk is klaar om geschilderd te worden.

DE MUUR IN DE VOORSTRIJK ZETTEN
Zet de gehele muur in de voorstrijk. Voorstrijk dekkend voor latex is een uitstekend dekkend voorbehandelingsmiddel voor diverse droge ondergronden, zoals schuur- en pleisterwerk en geschilderde muren. Het heft de zuigende werking van muren op. Zo heb je tijdens het echte verfwerk straks minder lagen nodig en voorkom je glansverschillen in de afwerklaag. Gebruik voor de randen een kleine blokkwast en voor de grote stukken een verfroller. Laat de muur goed drogen.

EERST DE RANDEN VAN DE GESTUCTE MUUR SCHILDEREN
Begin met schilderen bij de randen. Gebruik hiervoor de kleine blokkwast. Voor de hoeken gebruik je de ronde kwast. Schilder een rand van minimaal 4 cm. Ook rondom een stopcontact is het handig om een rand van ten minste 4 cm te verven. Steek de kwast een paar keer in de verf en strijk deze een paar keer af langs de rand van de emmer. Zo zorg je dat de kwast wel verzadigd is, maar niet druipt. Strijk de verf vervolgens met lange halen in de lengte uit, maar wees zeker niet te zuinig.

DE REST VAN DE GESTUCTE MUUR SCHILDEREN
De grote delen van de muur saus je ook weer met een verfroller. Doop de verfroller in de verf. Rol deze heen en weer over het verfrooster tot de verf gelijkmatig over de roller verdeeld is. Wees niet te zuinig! Je mag de verfroller regelmatig in de verf dopen. Te veel uitrollen op de muur zorgt ervoor dat de verf niet egaal op de muur komt. Bovendien gaat de roller dan veel sneller spatten.

'NAT IN NAT' WERKEN
Saus de hele muur in denkbeeldige vierkanten van ongeveer 1 m2. Werk ‘nat in nat’: dit betekent dat je de geverfde vierkanten laat overlappen. Verf de vierkanten van links naar rechts en vervolgens van boven naar beneden. Tot slot verbind je meerdere vierkanten door de roller nog een keer helemaal van boven naar beneden te rollen. Werk nu door tot je een hele muur af hebt. Tussendoor pauze houden kan later zorgen voor kleurverschil. Als de muur opgedroogd is, kun je – als dit nodig is – een tweede laag verf aanbrengen.

AFWERKING EN VERFRESTEN WEGGOOIEN
Verwijder na de verfklus direct de tape. Als je langer wacht, kun je de gedroogde verf meetrekken met de tape. Als je nog een laag wilt aanbrengen, kun je de kwasten in aluminiumfolie wikkelen en deze in een potje water zetten. Zo blijft je schildergereedschap een aantal dagen bruikbaar.

Wat heb je nodig?

• Structuurverf
• Schilderstape
• Latexverf
• Voorstrijkmiddel (indien nodig)
• Brede vachtroller
• Structuurverfroller
• Verdeelrooster
• Kwast
• Plamuurmes

VOORBEREIDEN VAN ONDERGROND
Maak de ondergrond goed schoon en stofvrij. Verwijder slechte verflagen en vul scheuren en gaten op met vulmiddel.

AFPLAKKEN
Plak kozijnen, plinten en plafondranden zorgvuldig af met schilderstape. Bescherm de vloer met afdekfolie.

Tip! Heb je nieuw gestucte muren? Laat deze minimaal 30 dagen drogen voordat je structuurverf aanbrengt.

VOORSTRIJKMIDDEL AANBRENGEN
Gebruik een voorstrijkmiddel als de ondergrond nog nooit behandeld is. Breng het middel aan met een blokkwast of vachtroller. Laat de wand goed drogen.

Tip! Als de muur na droging wit afgeeft, behandel het dan met fixeergrond om vlekken en oude verflagen vast te zetten.

STRUCTUURVERF AANBRENGEN
Breng de structuurverf aan met een blokkwast of vachtroller. Werk vanuit een emmer met een verdeelrooster. Breng de verf dik en gelijkmatig aan. Schilder telkens twee banen en werk van boven naar beneden. Veeg verfspatten direct weg met een vochtige doek.

Tip! Bij slecht dekkende kleuren kun je de ondergrond eerst behandelen met gewone latex en daarna weer voorstrijken.

STRUCTUUR VERFROLLER GEBRUIKEN
Rol met een structuurverfroller over de net aangebrachte verf, van boven naar beneden. Doe geen extra verf op de roller. Dit helpt om een mooi gestructureerd resultaat te behouden.

Tip! Gebruik de structuurroller binnen tien minuten na het aanbrengen van de verf om te voorkomen dat de verf opdroogt.

MEER STRUCTUUR AANBRENGEN
Voor extra structuur kun je met de blokkwast kriskras bewegingen of bogen maken.

Tip! Test deze techniek eerst op een proefstrook.

MUUR AFWERKEN
Herhaal het aanbrengen van de structuurverf in overlappende banen en behandel de muur direct met de structuurverfroller. Werk de gehele wand op deze manier af.

Tip! Werk met twee personen: de één brengt de verf aan, de ander brengt de structuur aan. Zo werk je sneller en bereik je een mooier resultaat.